Twee weken na einde chemo werd ik weer verwacht in het Radboudumc. Controle afspraakje. Dat hield niet meer in dan wat lichamelijk onderzoek, kloppen, duwen en luisteren. En een buisje of wat bloed. Half litertje. Belangrijk was mijn gewicht. Dat moest een beetje constant blijven. En constant betekent plus of min 2 kilo. Volgende afspraak was op 31 juli. Voor een CT scan.
Op 31 juli meldde ik me op Route 730. Toen nog op de tweede verdieping en op 20 minuten lopen vanaf de hoofdingang. Deze keer had ik wat voorbereiding nodig. Twee flinke bekers water, zeg maar een halve liter per stuk die binnen 30 minuten leeg moesten. En ik mocht daarna niet meer naar het toilet. Omdat het een abdomen/thorax CT scan, mét contrastvloeistof betrof moest er een infuus aangelegd worden. Een radiodiagnostisch verpleegkundige probeerde het infuus aan te leggen. Beetje klopperdeklop op mijn rechterarm, want die leek het meest makkelijk aan te prikken. Jammer, twee pogingen verder en twee flinke spuitgaten kwam er een tweede verpleegkundige waarbij ook alletwee de pogingen mislukten. Welgemeende excuses, maar ik vond dat allemaal niet meer zo erg. Die angst had ik een paar maanden geleden al overwonnen. In Helmond. Bovendien zag het er wel stoer uit. Kapot gespoten armen, Ik kon zo meedoen in een remake van Christiane F. Als oude junk. En dat vond de verpleegkundige een hele leuke opmerking. “De meeste patiënten reageren heel anders”, vertelde ze,
Na wat heen en weer getelefoneerd te hebben mocht de CT scan zonder contrast en hoefde ik maar één keer door de CT scan. Dus was ik zo klaar en mochten we een weekje in spanning afwachten.
In de tussentijd was er iets raars aan de hand. Ik had pijn, en dat had ik sinds mijn diagnose in maart nog helemaal niet gehad. Rechterkant in mijn buik, centimetertje of 5 boven het litteken van de operatie.