De uitslag

D

Na een hele spannende week, waarin allerlei doemscenario’s voorbijkwamen werd het uiteindelijk toch 8 augustus.
Op de vraag hoe het nu ging, antwoordde ik dat ik pijn had. Dat werd meteen onderzocht, door op de plek te duwen, te kneden en te kloppen. Ook werd er geluisterd, alles voelde en klonk “normaal”. Waar de pijn vandaan kwam wist mijn oncologe niet. Ze had wel door dat ik pijn had, omdat ik in elkaar dook toen ze de plek aanraakte bij het onderzoekje dat ze had verricht. Maar we kwamen voor de uitslag, dat was prioriteit. Dat pijncentrumpje rechts in mijn buik was bijzaak. 

Alle uitzaaiingen in mijn longen, nieren en bij mijn aorta waren verdwenen. Alleen zat er in mijn buik nog iets waarvan Radiologie en Oncologie niet kon zeggen of het goed- of kwaadaardig was. Konden ze ook niet zien aan waarden in mijn bloed, omdat mijn tumor-markers, hematocriet en meer van die scrabble-woorden nog te hoog waren. Of de die klier zo aan het klieren was dat ik daarom pijn had was volgens de arts niet mogelijk. De klier zat een beetje verder van de plek af waar ik pijn had. En om dat ding er nu uit te halen was geen optie. Dat zou dermate schade veroorzaken dat ik misschien wel aan een stoma moest. Behalve natuurlijk als het toch kwaadaardig zou zijn. 

Teering

Op de scan van 28 april was mijn binnenkant een sneeuwlandschap. Alles was wit, en dat waren allemaal uitzaaiingen wist de oncoloog. Vandaar dat ik die scan nooit gezien heb, want dan was de moed al lang in mijn schoenen gezakt. Ik hoorde nu dat mijn eenjaarsprognose op 7% lag. Zeven hele procenten kans om die hoerige tyfuskanker te overleven. Teeering.
Ik zou vanaf nu heel erg goed gemonitord worden.

“U komt voorlopig iedere maand terug voor longfoto’s, bloedbeeld en onderzoek. Want de kans dat de kanker terugkomt is erg hoog. We maken ook iedere drie maanden een CT–scan van buik en longen. De eerstvolgende staat al gepland. Op 31 oktober.
En in augustus 2013, mocht u dan nog in leven zijn, dan bent u genezen.” 

By Ton Jacobs