Hyves

H

Na een weekje Radboudumc mocht ik twee weken naar huis om weer wat op krachten te komen, want zo’n chemokuurtje doet wel leuke dingen met je conditie. Je bent redelijk snel uitgeput, je staat vermoeider op dan dat je naar gisteren naar bed ging, en als dat allemaal een klein beetje is hersteld mag je terug voor de volgende 10 zakken chemo. En het werd iedere keer erger. “Die vermoeidheid trekt bij de meeste patiënten wel bij, na een jaar of twee”, wist mijn oncoloog te vertellen. Ik wist toen al dat ik niet bij de meeste patiënten zou horen.

Bij aanvang van de tweede chemo kuur had een gemiddelde pasgeborene meer haren dan ik. Die was ik ondertussen allemaal verloren. Niet in etappes, van plukken haar op je kussen, maar in één keer toen ik onder de douche stond. Ik dacht “wij zijn moe” te horen en alles lag op de grond. Maar dan ook alles.

Kut.

Nu ziet de buitenwereld dat ik ziek ben. En da’s helemaal kwalitatief uitermate teleurstellend. Want heel veel mensen gaan je dan vermijden. Denken dat je besmettelijk ziek bent, dat je gaat zeuren of whatever.

Na de eerste chemo maakte ik een profiel aan op Hyves. Daar ging ik wat bloggen over wat ik zoal had meegemaakt de laatste maanden. En ellende is interessant. Ik kreeg op Hyves veel vriendjes. Ook vriendjes (vriendinnetjes) die net als ik, kanker hadden. Of hadden gehad. En die wisten dus wat dat was. Chemo, controles, CT-scan, MRI scan, PET scan, tumormarkers, een infuus dat niet wil, en meer. Dus kreeg ik heel veel (virtuele) steun en dat werkt. Heel raar, maar dat helpt.

By Ton Jacobs