Operatie

O

Na een redelijk slapeloze nacht waarin allerlei doemscenario’s de revue hadden gepasseerd, van peanuts tot worst case scenario, en een ochtend die maar niet voorbij wilde gaan was het eindelijk tijd om naar het ziekenhuis te vertrekken. Vervoer geregeld, want zelf heb ik geen auto. Vrouwlief is die ochtend gewoon gaan werken omdat het enorm druk was in the office en ze liep over van de stress. Maar dat schijnt er bij te horen wanneer je gisteren te horen hebt gekregen dat je man kanker heeft. Of blijkt te hebben.
Afleiding en je gewone ding doen schijnt goed te zijn. Iets met “Life goes on.”
Wij zouden elkaar treffen in de centrale hal van het ziekenhuis en van daaruit gezellig naar de Kortverblijfafdeling lopen. Op de tweede verdieping.

Nadat we ons daar hadden gemeld kreeg ik een kamer en een bed toegewezen. Ik moest me uitkleden een een een operatiehemd aantrekken. Zo’n ding dat aan de achterkant open is. Het was me, tijdens het douchen eerder die ochtend al opgevallen, dat de rechterkant van mijn scrotum nog groter was dan gisteren toen ik me bij de uroloog meldde. Mijn vrouw zag dat ook,…Na een tijdje kwam er een verpleegkundige met twee pilletjes. Een wit en een geel tabletje. Ik moest denken aan The Matrix, maar daar waren de capsules rood en blauw. In dit geval ging het om een preventieve pijnstiller en iets van een kalmerend middel. Zodat ik lekker ontspannen de OK op zou gaan. Peace.

Na een tijdje werd ik opgehaald en naar de pré-ok gereden waar de het infuus voor de plaatselijke verdoving en een normaal infuus aangelegd ging worden. De anesthesist vroeg wie ik was en of ik mijn geboortedatum wist. Hij keek even naar mijn scrotum en zei: “Ik hoef niet te vragen waarvoor u komt. Normaal doen we dat wel. Vragen of het linkerbeen óf het rechterbeen eraf moet. Dan zetten we daar een kruis op. Voor de zekerheid. Maar dit is duidelijk…
Mag ik er wat collega’s bij roepen, want zoiets hebben ze echt nog nooit gezien.”
– “U roept maar,” zei ik en binnen de korste keren werd het heel druk rondom mijn bed. Een aantal, vooral, vrouwelijke verpleegkundigen willen zelfs voelen. “Als je belooft niets tegen mijn vrouw te zeggen vind ik het goed.”
Schijnbaar had ik iets aparts. Dat het geen pijn deed was ook niet voor te stellen. Tijdens alle aandacht was het infuus aangelegd, onderlichaam verdoofd en was ik klaar om de OK opgereden te worden. Daar kon ik nog een thumbs up doen met de uroloog, kreeg ik een kapje over mijn neus en mond met Helmondse lucht en toen deed iemand het licht uit.

Voor mijn gevoel kwam ik meteen bij op de uitslaapkamer. In werkelijkheid waren we een uur of drie verder. Geen hoofdpijn, niet suf. De verpleegkundige zag dat ik wakker was en vroeg of ik mijn grote teen kon bewegen. “Natuurlijk kan ik dat,” zei ik en bewoog mijn grote teen. Dacht ik. Maar er gebeurde niets. Ik voelde me net The Bride in “Kill Bill vol 1.”

Wiggle your big toe


Dat duurde een uurtje en toen kwam het gevoel weer terug in mijn onderlichaam. Daarop mocht ik terug naar zaal en kreeg te horen dat, wanneer ik naar het toilet was geweest, ik naar huis mocht. Dat duurde nog een uurtje. Lopen ging wat zwalkend, alsof ik een fles wijn of drie leeg had maar ik mocht naar huis. Vrouwlief had ondertussen bericht ontvangen van poli Radiologie. “De CT-scan is dinsdagmiddag. 1 april.”



By Ton Jacobs