Uroloog

U

Thuis gekomen van de huisarts belde ik met de polikliniek Urologie van het plaatselijke ziekenhuis. Ik kreeg een dame aan de lijn en ik zei dat ze met Ton Jacobs sprak die van de huisarts een verwijsbrief had gekregen en gaf het nummer op wat op de verwijzing stond.

“U moet eigenlijk binnen een week gezien worden, lees ik,” zei ze. “Maar het is Pasen komend weekend, Behalve komende maandag zijn we ook aanstaande vrijdag gesloten. Want dan is het Goede Vrijdag. Het wordt volgende week donderdag. Donderdag 27 maart om 10 uur.”
Vandaag was het woensdag, de poli is twee dagen dicht dus is het (op papier) sneller dan binnen een week. Ik ging akkoord en schreef datum en tijd op in de agenda.
Nadat ik wat koffie had geregeld ging ik googlen op waterbreuk, of zoals de huisarts het noemde “hydrocèle.”

Op de websites van verschillende ziekenhuizen stond ongeveer hetzelfde verhaal. Een hydrocèle of een waterbreuk is een goedaardige zwelling van de balzak ontstaan door een vochtophoping in een vliesje rondom de testikel. Vaak is dit pijnloos maar kan een zwaar gevoel geven. Als de zwelling klachten geeft kan deze met een eenvoudige operatie worden verwijderd.
Voor mijn gevoel klonk het niet gevaarlijk, maar het kon lastig worden.

Nadat ik ingelezen was ging ik rekening houden met een operatieve ingreep. Ik belde mijn vrouw, die aan het werk was met de bevindingen van de huisarts en dat ik volgende week donderdag een afspraak had bij de uroloog. “Dan pak ik een halve dag vrij en ga ik mee”, zei ze.
Drie dagen later had de rechterkant van mijn scrotum het formaat van een pingpongbal en op donderdag, de dag van het consult aan de uroloog was de pingpongbal uitgegroeid tot het formaat van een hele flinke grapefruit. Het was van binnen behoorlijk lek. Er stond ergens een kraantje open.

U bent zojuist gepromoveerd naar de status urgent.

De uroloog wilde mijn zwelling zien. Maar nu schrok ik daar niet meer van. Natuurlijk wilde hij dat zien. Ik moest op een bed gaan liggen en de uroloog keek een beetje bedenkelijk, onderzocht de rechterkant eerst met zijn vingers en vergeleek het met de linkerkant, die er volgens mij wèl normaal uitzag. Op zijn onderzoekskamer stond een klein echo-apparaatje. Zeg maar uit het midden van de vorige eeuw. Eentje van Lego. Met beeldbuis monitor. Op wieltjes. Er werd her en der wat gel gespoten en de uroloog vroeg of het zeer deed. Ik antwoordde ontkennend. “Het doet geen pijn.” Het viel me op dat hij weer bedenkelijk keek. Naar dat beeldschermpje van het echo-apparaat deze keer. “Kleedt u zich maar aan en laat op de röntgen een goede echo maken. U bent zojuist gepromoveerd naar de status urgent. Op de röntgen bent u meteen aan de beurt en ik zie u over een kwartiertje met de uitslag.”

By Ton Jacobs